Het vinden van de ‘ideale’ partner lijkt onder de moslims anno 1445H-2023G voor velen een lastige issue te zijn.
En dat is niet alleen omdat mensen moeite lijken te hebben met het vinden van de juiste klik, maar ook vooral omdat we leven in een tijd waarin slechts weinigen zich volledig willen onderwerpen aan de authentieke islam (d.w.z. de methodiek van de Salaf; onze vrome voorgangers).
Het gevolg hiervan is namelijk dat er geen sterke basis meer is om op samen te komen en dús minder vertrouwen. Los daarvan, heb je ook nog eens dat mensen allemaal een eigen definitie hanteren van wat ideaal is waardoor ze de verkeerde eigenschappen zoeken in de ander.
In het mooie – hart verzachtende en ziel zuiverende – boek ‘Mukhtaṣar Minhāj al-Qāṣidīn’ kwam ik een mooi citaat tegen waarin gesproken wordt over 8 ideale eigenschappen van de vrouw die bijdragen aan een geslaagde huwelijksrelatie; het boek is oorspronkelijk geschreven door al-Ghazāliyy, waarna Ibn Jawziyy de aanwezige afwijkingen eruit gehaald heeft en Ibn Qudāmah al-Maqdisiyy heeft het vervolgens ingekort/samengevat.
Het mooie van dit citaat is dat het zowel vanuit de kant van de vrouw áls de man, bekende wijdverspreide misvattingen wegneemt ten aanzien van wat nou een ‘ideale huwelijkspartner’ of ‘geslaagde huwelijksrelatie’ ís.
_
➡️ Citaat van Ibn Qudāmah al-Maqdisiyy uit ‘Mukhtaṣar Minhāj al-Qāṣidīn’ (blz. 77/78)
❝Om een geslaagde huwelijksrelatie te bewerkstelligen, dienen de volgende zaken bij de vrouw gezocht te worden:
𝐑𝐞𝐥𝐢𝐠𝐢𝐞. En dat is het uitgangspunt gebaseerd op de woorden van de Profeet ﷺ: “Kies de religieuze vrouw uit.” Want als ze geen religie heeft, dan zal ze de religie van haar echtgenoot bederven en hem meetrekken naar het slechte; wanneer ze ook nog eens (bovenmatig) jaloers is, dan zal de man een rampzalig en ongelukkig leven tegemoet gaan.
𝐆𝐨𝐞𝐝𝐞 𝐠𝐞𝐝𝐫𝐚𝐠𝐬𝐜𝐨𝐝𝐞. Een vrouw met een slechte gedragscode zal namelijk meer kwaad dan goed doen.
𝐌𝐨𝐨𝐢 𝐮𝐢𝐭𝐞𝐫𝐥𝐢𝐣𝐤. Dat is nodig om over je kuisheid te waken; vandaar het bevel om naar de vrouw te kijken als om haar hand wordt gevraagd. Sommigen daarentegen vonden het uiterlijk niet van belang en deden het niet voor de lusten, zoals overgeleverd is van al-Imām Aḥmad – raḥimahullāh – die de voorkeur gaf aan een halfblinde vrouw boven haar zus. Maar dit komt weinig voor en gaat tegen de natuur in.
𝐋𝐚𝐠𝐞 𝐛𝐫𝐮𝐢𝐝𝐬𝐬𝐜𝐡𝐚𝐭. Saʿīd bin al-Musayyab (grote geleerde van de Salaf) gaf zijn dochter ten huwelijk voor 2 dirhams. En ʿUmar – raḍiya Allāhu ʿanhu – zei: “Maak de bruidsschat van vrouwen niet te hoog.”
En net zoals het afgeraden is om de bruidsschat te duur te maken vanuit de kant van de vrouw, is het ook afgeraden om te vragen naar haar vermogen vanuit de kant van de man. Hierover zei ath-Thawriyy (grote geleerde van de Salaf): “Als een man trouwt en vraagt hoeveel de vrouw bezit, weet dan dat het een dief is!”
𝐌𝐚𝐚𝐠𝐝𝐞𝐥𝐢𝐣𝐤𝐡𝐞𝐢𝐝. Dit omdat de islamitische wetgeving het heeft aanbevolen en omdat een maagd de man meer lief heeft dan een vrouw die eerder gemeenschap heeft gehad in een huwelijk. En dat leidt tot meer genegenheid, want men hecht zicht vanuit nature meer aan de eerste liefde. Daarnaast is de liefde van de man voor de vrouw completer, omdat de man vanuit nature zich niet goed voelt bij een vrouw die gemeenschap heeft gehad met een ander.
Dat ze 𝐯𝐫𝐮𝐜𝐡𝐭𝐛𝐚𝐚𝐫 is.
Haar 𝐚𝐟𝐤𝐨𝐦𝐬𝐭, dus dat ze van goede huizen komt wat betreft religie en vroomheid.
Dat het een 𝐯𝐫𝐞𝐞𝐦𝐝𝐞 is.
En net zoals de man kijkt naar wat voor vrouw hij huwt, dient de voogd van de vrouw ook te kijken naar de religie, de gedragscode en de persoonlijke omstandigheden van de man. 𝐖𝐚𝐧𝐭 𝐨𝐩 𝐡𝐞𝐭 𝐦𝐨𝐦𝐞𝐧𝐭 𝐝𝐚𝐭 𝐝𝐞 𝐯𝐫𝐨𝐮𝐰 𝐢𝐧 𝐡𝐞𝐭 𝐡𝐮𝐰𝐞𝐥𝐢𝐣𝐤 𝐳𝐢𝐭, 𝐬𝐭𝐚𝐚𝐭 𝐳𝐞 𝐭𝐞𝐧 𝐝𝐢𝐞𝐧𝐬𝐭𝐞 𝐯𝐚𝐧 𝐝𝐞 𝐦𝐚𝐧. Dus wanneer de voogd haar ten huwelijk geeft aan een Fāsiq (een openlijke, hardnekkige zondaar) of Mubtadiʿ (iemand die innoveert in het geloof) dan doet hij haar én zichzelf
grote onrecht aan.
Een man vroeg aan al-Ḥasan (grote geleerde van de Salaf): “Aan wat soort man dien ik mijn dochter ten huwelijk te geven?” Hij antwoordde: “Aan degene die Allāh vreest, want als hij van haar houdt dan eert hij haar en als hij (soms) afkeer van haar heeft dan zal hij haar geen onrecht aandoen.”❞ 🔚
_
Ik vraag Allāh ﷻ de moslims te voorzien van passende, vrome partners. Āmīn.
✍🏽 Jullie broeder: Ṭāriq bin ʿAliyy Būmanṣūr al-Amāzīghiyy al-Maghribiyy
📆 Datum: 13 Rabīʿ al-Awwal 1445NH — 28 september 2023NC
Editor: Post Scriptum! Ter info, wie wilt trouwen moet dat eerst online reserveren:
https://rdv.consulat.ma
*Nederlandse taal kun je selecteren om alles in het Nederlands te lezen!
Elke moslim weet – of zou moeten weten – dat de geloofsgetuigenis van ‘La ilāha illā Allāh’ dé hoofdpilaar is van de islam. Het begint met ‘La ilāha’, en dat houdt o.a. in dat je álle aanbedenen die naast Allāh aanbeden worden, verwerpt. Dat noemen ze kortweg in het Arabisch ‘al-Kufr biṭ-Ṭāghūt’ – vrij vertaald: het ongelovig zijn in de Ṭāghūt.
Allāh zei aan het einde van Sūrat al-Baqarah (interpretatie van de betekenis): « En degene die ongelovig is in de Ṭāghūt en in Allāh gelooft, heeft zich voorwaar aan een sterk koord vastgehouden » [2:256]
En Hij zei ook in Sūrat an-Naḥl (interpretatie van de betekenis): « Wij zonden naar elk volk een Boodschapper (met de hoofdboodschap): ”Aanbid Allāh en vermijd de Ṭāghūt” » [16:36]
Als je als moslim de hoofdboodschap van de islam – oftewel ‘La ilāha illā Allāh’ – correct wilt begrijpen én toepassen, is het dus belangrijk om te weten wat Ṭāghūt is en vooral: waar het (hedendaags!) voor staat.
De edele grootgeleerde Shaykh Muḥammad Amān al-Jāmiyy legde in een mooi boekje kort en bondig uit wat ‘Ṭāghūt’ inhoudt en hoe dat zich tot vandaag de dag verhoudt tot de hoofdboodschap van de islam.
__
➡️ Citaat van Shaykh Muḥammad Amān al-Jāmiyy uit ‘Ḥaqīqatu ad-Dīmuqrāṭiyyah’ (p. 37-38)
❝De beste definitie van Ṭāghūt is de allesomvattende definitie van Ibn al-Qayyim in zijn geweldige boek ‘iʿlām al-Muwaqqiʿīn’ (p. 50) toen hij schreef:
”Ṭāghūt is alles waarmee een dienaar zijn grens overschrijdt door ofwel aanbeden, gevolgd of gehoorzaamd te worden. Dus de Ṭāghūt van elk volk is alles waar ze recht bij zoeken buiten Allāh en Zijn Boodschapper om, of alles wat ze naast Allāh aanbidden of volgen zonder bewijs van Allāh, of alles wat ze gehoorzamen in datgene waar ze niet van weten dat het gehoorzaamheid jegens Allāh is.”
Dit is een hele mooie definitie die álle vormen van Shirk omvat. Want de werkelijkheid van Shirk – de kern van de strijd tussen volkeren en (hun) Boodschappers – is het aanbidden van anderen naast of buiten Allāh in twee zaken die onlosmakelijk aan elkaar verbonden zijn:
Shirk in de intenties en beweegredenen.
Shirk in het gehoorzamen en volgen.
Beiden vallen onder de definitie van Ibn al-Qayyim. Wat de ‘Shirk in de intenties en beweegredenen’ betreft: dat is het zich richten tot, het zich toewijden aan en toenadering zoeken bij anderen naast Allāh door middel van een symbolische vorm van aanbidding. Zoals door middel van gebed (Ṣalāt), prosterneren (Sujūd), het brengen van offers (Qarābīn), etc.
En deze Ṭāghūt waar ze toenadering bij zoeken kan een afgodsbeeld zijn of een graftombe of een boom.
Wat betreft de ‘Shirk in het gehoorzamen en volgen’: dat is het zich keren tégen de Heer der Werelden en rebelleren tegen Zijn Wetgeving, en het niet accepteren van Zijn Oordelen en het geen recht bij Hem willen zoeken in sommige of alle (dagelijkse) kwesties. Zoals door te geloven in het ene deel van Allāh’s Wetgeving en het andere deel af te wijzen en zich ervan af te wenden, en dat door bijv. de bekende symbolen van aanbidding – gebed (Ṣalāt), armenbelasting (Zakāt), vasten (Ṣiyyām), etc. – te accepteren, maar de grondwettelijke regels van de Islamitische Wetgeving af te wijzen en de voorkeur te geven aan de regels van de Ṭāghūt.
En deze vorm van Shirk is vandaag de dag dé gemeenschappelijke eigenschap van al die hedendaagse pre-islamitische systemen van onwetendheid die afstammen van democratie – waarvan de basis terug te vinden is bij het secularisme. Het zijn allemaal pre-islamitische systemen van onwetendheid, al beweren de aanhangers ervan een ontwikkelde beschaving te vormen en zich te baseren op wetenschap.
Ze zijn vér verwijderd van ‘het geloven in de Wetgeving van Allāh en vrede erbij hebben’, en dit is iets waar de aanhangers van de correcte geloofsovertuiging en zuivere Tawḥīd – zij die de feiten goed kennen – niet over verschillen.
Laten we luisteren naar wat Allāh zegt (interpretatie van de betekenis):
« Wensen zij dan (liever) de wetsoordelen van het pre-islamitische tijdperk (te volgen)? En wie is er beter in het oordelen dan Allāh voor de mensen die overtuigd zijn (van hun geloof)? » [5:50]
« Of hebben zij deelgenoten (naast Allāh) die voor hun dat van de religie voorschrijven, waar Allāh geen toestemming voor heeft gegeven? » [42:21]
Deze twee (en andere) verzen doen duidelijk vermelding van deze vorm van Shirk – ‘Shirk in het gehoorzamen en volgen’. Denk hier dus goed over na!❞ 🔚
__
Moge Allāh ons blijven voorzien van nuttige kennis, goede daden en ons beschermen tegen álle vormen van Shirk. Āmin!
✍🏽 Jullie broeder: Ṭāriq bin ʿAliyy Būmanṣūr al-Amāzīghiyy al-Maghribiyy
📆 Datum: 07 Ṣafar 1445NH — 23 augustus 2023NC
Wetten invoeren die NIET toegestaan zijn bij Allah swt kunnen de volgende oordelen hebben:
1. de wetgever doet dit uit angst voor zijn leven: >>> niet laakbaar
2. de wetgever vind ’t beter/gelijk aan de sharia: >>> laakbaar
3. de wetgever vind dat niet maar wilt geld: >>> niet laakbaar
4. de wetgever is kafir: >>> laakbaar
Dan nog dit:
Je hebt sharia en je hebt dustur, het juiste hierin is:
Sharia is bekend; alles uit de bronnen van de islam, dat kunnen zelfs niet authentieke wijsheden zijn, hikam. Dustur (qanun, canon, 3urf, cultuur) wil zeggen hetgeen waarmee geen enkele vorm van qiyaas gedaan kan worden met de sharia en deze ook niet tegenspreekt.