Categorie archieven: hadith

Boekbespreking #006

Weergaven: 1

Op blz. 20-21 gaat Colin wat dieper in op het wat en hoe in het aanbieden van christelijk onderwijs aan de moslims. Hij zegt dat desnoods de moskee bezocht moet worden daarvoor. En wel zo:
a.) Hij zegt dat het wel moet kunnen om precies te kunnen denken als een moslim op het doel heiligt de middelen manier.
b.) Vervolgens komt de moslimse vredesgroet ter sprake en het beklag dat het een onderlinge begroeting is en dat de christen het toch ook moet kunnen zeggen, de vredesgroet “salam ‘alaykum-” (“wa rahmatullahi wa barakaatuhu”).
c.) Dan zegt Colin dat zijn cultuur anders in elkaar steekt als het aankomt op gastvrijheid, in dat snel iets al als te opdringerig gezien word.
d.) Iets als gast aan aangeboden voedselbereiding te moeten ontvangen, daar ergert Colin zich aan.
e.) De moskee ziet Colin niet als een ideaal ontmoetingsplek, temeer zich in het verdomhoek te voelen en doet dat daarom liever op afspraak. Maar het liefst bepleit hij een ontmoeting buiten de moskee om.

a.) De stellingname van het doel heiligt de middelen bekt natuurlijk goed voor mij, maar niet zonder reden. Het doel KAN de middelen generaliserend verantwoorden. Maar hoe zit het dan met weerloze wezens zoals mieren? Om maar een basaal voorbeeld te geven waarom een mierennest afbranden nooit en te nimmer deze middel (vuur of wat dan ook) heiligt.

b.) Ik ben het hier met Colin eens dat de meeste christenen deze vredesgroet moeten kunnen zeggen als ze dat willen. Maar ik moet je wat verklappen, zelfs bij moslims bedreven in de geestelijkheid is het verboden om schijnmoslims als eerst deze vredesgroet te moeten zeggen. Snap je?

c.) Dat begrijp ik inmiddels. Opdringerigheid heeft als oorzaak een tekort aan zelfkritiek. Dus kritiek naar de eigen achterban of gelijkenissen daaraan. Als ik bijvoorbeeld zeg dat de besnijdinis niet is opgeheven en u alleen zegt dat de doop voor de besnijdenis is gekomen. Dan mis ik hier teveel informatie. Namelijk dat de doop van alles en nog wat heeft opgeheven uit het oude Testament, ervan uitgaande dat de doop op het nieuwe Testament gebaseerd is. Iedereen kent de gastvrijheid in alle talen van zoiets simpels als het schudden van handen. Dus cultuur of geen cultuur, er zijn veel meer vormen van gastvrijheid gemeenschappelijk dan het tegengestelde.

d.) Wat de boer niet kent, lust hij niet; luid een Nederlands spreekwoord. Dat geldt ook gewoon voor iedereen en als het opdringerig is, kun je er vergif op innemen, dat je nooddruftigen de pas hebt afgeneden die dus niet opdringerig zouden zijn.

e.) De moskee hoeven we niks te vragen. Maar Colin zou ik wel deze vraag gesteld hebben: Wat doet een moskee op het noordelijk halfrond? Is alles ineens weer te koop? Waren er niet allang al moslims in jouw land lang voordat de oosterlingen binnen kwamen? Wat doe ik hier eigenlijk! Pfff.

Boekbespreking #005

Weergaven: 1

Op bladzijde 18 begint het onderwerp van ontmoeten met moslims. Grappig dat ik hier een gedachte bij heb dat mij zegt dat iedere niet-christen, bij de moslimdoelgroep hoort. Dat is in mijn raamwerk het criminaliseren van de moslim. Op zich moet dat kunnen tot op zekere hoogte, maar dat is op de christen evenzo ongebreideld van toepassing. Dit dus:
a.) Colin geeft aan dat moslims, (die net zoals hem een mensenhoofd hebben als eerst om die reden), eerst voor mensen aan te zien en pas later hun geloofscomponent van de islam.
b.) Hij zegt dat moslims zich welkom moeten voelen voordat men zich trots genoeg voelt het christelijk geloof erbij te betrekken. Als vanzelfsprekend zelfs!

a.) Hier besmeurt mijn optiek een vorm van zelfcensuur ter censurering van de ander. Dat vind ik eng. De Bijbel is voor mij geen eng boek, maar net als de Koran een liefdesboek en wat dies meer zij. Er zijn naar mijn weten niet echt hoofden die er inwendig anders uit zien dan van de rest van de mensheid, dus besmeur ik hier ook een vorm van bijgeloof daaromtrent. Het grappige van alles aan deze houding, die bij de grote nietsvermoedende massa wel automatisch zo toepast, door gebrek aan verantwoordelijkheid een verbeteraar te moeten willen zijn, dat Colin zich meerderwaardig op wil stellen deze massa daarin te willen volgen.

b.) Colin spreekt van vriendschap met de moslim opbouwen. Dat is nobelheid en gezien het voorgenoemde via verachting dat alleen maar terechte verachting mag zijn richting een opzienbare minderheid; de professionele schijnmoslims, maar zeer zeker niet richting de meerderheid of welke vaste imam van een moskee dan ook! Ik geloof deze Colin vanaf hier niet meer, hij is een stoicijn. Maar ik ben daar op mijn eigen manier ook goed in, stoicijns zijn ja. Dus tot de volgende boekbespreking!

Boekbespreking #003

Weergaven: 0

Op de bladzijden 12 en 13 wordt er ingegaan op de ondertitel van het boek waarin het woord “uitdaging” voorkomt en in deze de vraag gesteld wordt of het juist is om contact met de moslim als uitdagend te moeten zien? En wel deze:
a.) Colin maakt aanstoot tegen deze uitdaging door het te vergelijken met de bekende koning David (Dawud) versus de reus Goliat.
b.) Vervolgens meent Colin dat de juiste houding hierin is om inlevingsvermogen op te brengen, omdat, via de voltalligheid van de Christen en het staven daarvan, het beter is om de discussie aan te gaan, dat beter zou zijn dan het vragen om geloofskennis of andere informatie.

Het moge duidelijk zijn dat dit een boek is dat geen wederhoor heeft toegepast, nu al ja. Bij deze mijn tegenargumenten:

a.) Ten eerste wil ik een islamitische mythe de wereld uit hebben aangaande David (Dawud), hij wordt als een vrome profeet beschouwd, wat niet waar is. Hij is wel vroom, maar niet een profeet, of de profeet, maar gewoon een vrome koning! Goliat was op het slagveld tegenover de wat kleinere David en David wist door van hem persoonlijk te winnen, de strijd naar zijn hand te zetten. Nu vraag ik mij dan af, als David de monotheist is geweest, en Goliat de veelgodendienaar, dan behoor ik als moslim bij het kamp van Goliat toch? Indien deze Colin zo dapper is om alle vormen van polytheisme te bestrijden bij de moslims, dan heeft hij aan mij een vriend, echter is dat wel zo?

b.) Ik moet bekennen dat er altijd wel een vorm van discrepantie is tussen de informatieve teksten over het geloof en de praktijk van de gelovigen. Maar ja, wat wil je? De Koran alsook de Bijbel zijn de gesproken Woorden van God naar het evenbeeld van de mens. Het is dus eerder een streven om een goed gelovige te zijn, dan dat je een mijlpaal moet bereiken. Dit streven wilt hij de moslims misgunnen, jammer dan.

Boekbespreking #002

Weergaven: 2

Op de eerste pagina van de Inleiding op blz. 9 van het boek “kruis en halve maan” worden er zo’n drie beschrijvingen gedaan van wat de maan allemaal kan inhouden voor een moslim. En wel deze:
a.) dat het groeien van de maansikkel tot een volledig volle maan iets in de trant van krachttoename moet betekenen.
b.) dat de maan bij uitstek symbool staat voor gemeenschapszin en geloof van de moslim.
c.) dat de halve maan, net zoals het kruis, simpelweg twee werelden vertegenwoordigd op grond van godgeloof.

Mijn bedenkingen bij die frisse start van een boek dat mij wel zint door te spitten en ervan op te steken, welnu:

a.) Het is bezien vanuit de wetenschap dat er een relatie is tussen volle maandagen en eb en vloed van de zee. Bij volle maan schijnt de zee hoger te zijn dan anders. Dit is een natuurverschijnsel dat in deze context inderdaad energetisch is als gevolg van het vissenrijk dat hier kennelijk levendiger van wordt.

b.) De maan is misbruikt door chauvinisme en extremistische nationalisme. Hoewel beide bescheiden aanwezig kunnen zijn, is daar meestal geen sprake van wanneer hardnekkig chauvinistisch en nationalistisch de halve maan gepubliceerd wordt.

c.) De halve maan is in oorsprong, zoals Colin in zijn boek aangeeft, van nut als maanmaandkalender. Echter mis ik in deze inleiding het belangrijkste voor de moslimmens met betrekking tot deze symboliek! Namelijk dat niet zo zeer met de komst van de islam er meteen sprake was van maansymboliek, maar veeleer dat het de jaartelling doet beginnen vanaf de eerste en succesvolle vluchtpoging van Muhamad saws van de stad Mekka naar de stad Medina. De zogeheten hidjra jaartelling. Deze jaartelling begon pas nadat 10 jaar lang in Mekka de Profeet heeft zitten uitnodigen naar het alleenrecht van Allah swt op aanbidding, zonder daaraan deelgenoten toe te kennen, wat de essentie is van het islamgeloof, ja.

Boekbespreking #001

Weergaven: 5

Boekbespreking “kruis en halve maan”

“de uitdaging van de islam” door auteur Colin Chapman, vertaald vanuit het Engels door drs. T.C. Yurumez-Kroon, ingeleid door: Herman Takken, verbonden aan stichting evangelie-moslims.nl.


Ga en lees verder…