Understanding the intricacies of Tawhīd will safeguard you from being duped by the claims and innovated methodologies of the people of desire in-shā’-Allāh.
Op blz. 20-21 gaat Colin wat dieper in op het wat en hoe in het aanbieden van christelijk onderwijs aan de moslims. Hij zegt dat desnoods de moskee bezocht moet worden daarvoor. En wel zo: a.) Hij zegt dat het wel moet kunnen om precies te kunnen denken als een moslim op het doel heiligt de middelen manier. b.) Vervolgens komt de moslimse vredesgroet ter sprake en het beklag dat het een onderlinge begroeting is en dat de christen het toch ook moet kunnen zeggen, de vredesgroet “salam ‘alaykum-” (“wa rahmatullahi wa barakaatuhu”). c.) Dan zegt Colin dat zijn cultuur anders in elkaar steekt als het aankomt op gastvrijheid, in dat snel iets al als te opdringerig gezien word. d.) Iets als gast aan aangeboden voedselbereiding te moeten ontvangen, daar ergert Colin zich aan. e.) De moskee ziet Colin niet als een ideaal ontmoetingsplek, temeer zich in het verdomhoek te voelen en doet dat daarom liever op afspraak. Maar het liefst bepleit hij een ontmoeting buiten de moskee om.
a.) De stellingname van het doel heiligt de middelen bekt natuurlijk goed voor mij, maar niet zonder reden. Het doel KAN de middelen generaliserend verantwoorden. Maar hoe zit het dan met weerloze wezens zoals mieren? Om maar een basaal voorbeeld te geven waarom een mierennest afbranden nooit en te nimmer deze middel (vuur of wat dan ook) heiligt.
b.) Ik ben het hier met Colin eens dat de meeste christenen deze vredesgroet moeten kunnen zeggen als ze dat willen. Maar ik moet je wat verklappen, zelfs bij moslims bedreven in de geestelijkheid is het verboden om schijnmoslims als eerst deze vredesgroet te moeten zeggen. Snap je?
c.) Dat begrijp ik inmiddels. Opdringerigheid heeft als oorzaak een tekort aan zelfkritiek. Dus kritiek naar de eigen achterban of gelijkenissen daaraan. Als ik bijvoorbeeld zeg dat de besnijdinis niet is opgeheven en u alleen zegt dat de doop voor de besnijdenis is gekomen. Dan mis ik hier teveel informatie. Namelijk dat de doop van alles en nog wat heeft opgeheven uit het oude Testament, ervan uitgaande dat de doop op het nieuwe Testament gebaseerd is. Iedereen kent de gastvrijheid in alle talen van zoiets simpels als het schudden van handen. Dus cultuur of geen cultuur, er zijn veel meer vormen van gastvrijheid gemeenschappelijk dan het tegengestelde.
d.) Wat de boer niet kent, lust hij niet; luid een Nederlands spreekwoord. Dat geldt ook gewoon voor iedereen en als het opdringerig is, kun je er vergif op innemen, dat je nooddruftigen de pas hebt afgeneden die dus niet opdringerig zouden zijn.
e.) De moskee hoeven we niks te vragen. Maar Colin zou ik wel deze vraag gesteld hebben: Wat doet een moskee op het noordelijk halfrond? Is alles ineens weer te koop? Waren er niet allang al moslims in jouw land lang voordat de oosterlingen binnen kwamen? Wat doe ik hier eigenlijk! Pfff.
Op bladzijde 18 begint het onderwerp van ontmoeten met moslims. Grappig dat ik hier een gedachte bij heb dat mij zegt dat iedere niet-christen, bij de moslimdoelgroep hoort. Dat is in mijn raamwerk het criminaliseren van de moslim. Op zich moet dat kunnen tot op zekere hoogte, maar dat is op de christen evenzo ongebreideld van toepassing. Dit dus: a.) Colin geeft aan dat moslims, (die net zoals hem een mensenhoofd hebben als eerst om die reden), eerst voor mensen aan te zien en pas later hun geloofscomponent van de islam. b.) Hij zegt dat moslims zich welkom moeten voelen voordat men zich trots genoeg voelt het christelijk geloof erbij te betrekken. Als vanzelfsprekend zelfs!
a.) Hier besmeurt mijn optiek een vorm van zelfcensuur ter censurering van de ander. Dat vind ik eng. De Bijbel is voor mij geen eng boek, maar net als de Koran een liefdesboek en wat dies meer zij. Er zijn naar mijn weten niet echt hoofden die er inwendig anders uit zien dan van de rest van de mensheid, dus besmeur ik hier ook een vorm van bijgeloof daaromtrent. Het grappige van alles aan deze houding, die bij de grote nietsvermoedende massa wel automatisch zo toepast, door gebrek aan verantwoordelijkheid een verbeteraar te moeten willen zijn, dat Colin zich meerderwaardig op wil stellen deze massa daarin te willen volgen.
b.) Colin spreekt van vriendschap met de moslim opbouwen. Dat is nobelheid en gezien het voorgenoemde via verachting dat alleen maar terechte verachting mag zijn richting een opzienbare minderheid; de professionele schijnmoslims, maar zeer zeker niet richting de meerderheid of welke vaste imam van een moskee dan ook! Ik geloof deze Colin vanaf hier niet meer, hij is een stoicijn. Maar ik ben daar op mijn eigen manier ook goed in, stoicijns zijn ja. Dus tot de volgende boekbespreking!
Op bladzijde veertien van het boek door Colin Chapman wordt het onderwerp van ‘de juiste houding’ afgesloten voor dat op blz. 17-18 het echte werk van start gaat. In de eerlijkheid horen we ons moedig op te stellen en daarom mijn reactie op de volgende bewering: a.) Colin geeft aan dat bekering tot het Christendom een gevoelige kwestie is tezamen met wat men noemt ‘de politieke islam’.
Mijn reactie op deze aftrap:
a.) Ten eerste is het mijns inziens eerder koppigheid, om welke reden dan ook, of moet ik redenen zeggen? Om dus de Bijbel met recht te willen omarmen. En niet zo zeer gevoeligheid. Gevoeligheid komt pas na de overtuiging in de Bijbel, zoals ik (zoek de blog er maar op na). Maar bezien vanuit de Christen, spreken we dan wel terecht van een ongepaste gevoeligheid? Jazeker, dan wel, iedereen, letterlijk, behoort de Bijbel te kunnen omarmen en niet alleen die er wel leuk uit zien, so to speak.
Wat betreft politieke islam, dat wordt automatisch vereenzelvigd met geweld en oproer. Terwijl politiek toch echt geldregulatie is dat eenieder aangaat, moslim of geen moslim. Daarenboven hier in het vrije westen des te meer, dan in de Arabische moslimwereld, vanwege hoe een democratie werkt, in tegenstelling tot het op de stam Quraysh van Muhamad saws gebaseerde politiek. Dus als Colin niets wil lusten van moslims in combinatie met politiek, laat hem dan aan de Marokkaanse koning vragen of hij mij wil overkopen richting Marokko. En anders heb je het maar met mij te doen!
Op de bladzijden 12 en 13 wordt er ingegaan op de ondertitel van het boek waarin het woord “uitdaging” voorkomt en in deze de vraag gesteld wordt of het juist is om contact met de moslim als uitdagend te moeten zien? En wel deze: a.) Colin maakt aanstoot tegen deze uitdaging door het te vergelijken met de bekende koning David (Dawud) versus de reus Goliat. b.) Vervolgens meent Colin dat de juiste houding hierin is om inlevingsvermogen op te brengen, omdat, via de voltalligheid van de Christen en het staven daarvan, het beter is om de discussie aan te gaan, dat beter zou zijn dan het vragen om geloofskennis of andere informatie.
Het moge duidelijk zijn dat dit een boek is dat geen wederhoor heeft toegepast, nu al ja. Bij deze mijn tegenargumenten:
a.) Ten eerste wil ik een islamitische mythe de wereld uit hebben aangaande David (Dawud), hij wordt als een vrome profeet beschouwd, wat niet waar is. Hij is wel vroom, maar niet een profeet, of de profeet, maar gewoon een vrome koning! Goliat was op het slagveld tegenover de wat kleinere David en David wist door van hem persoonlijk te winnen, de strijd naar zijn hand te zetten. Nu vraag ik mij dan af, als David de monotheist is geweest, en Goliat de veelgodendienaar, dan behoor ik als moslim bij het kamp van Goliat toch? Indien deze Colin zo dapper is om alle vormen van polytheisme te bestrijden bij de moslims, dan heeft hij aan mij een vriend, echter is dat wel zo?
b.) Ik moet bekennen dat er altijd wel een vorm van discrepantie is tussen de informatieve teksten over het geloof en de praktijk van de gelovigen. Maar ja, wat wil je? De Koran alsook de Bijbel zijn de gesproken Woorden van God naar het evenbeeld van de mens. Het is dus eerder een streven om een goed gelovige te zijn, dan dat je een mijlpaal moet bereiken. Dit streven wilt hij de moslims misgunnen, jammer dan.
Op de eerste pagina van de Inleiding op blz. 9 van het boek “kruis en halve maan” worden er zo’n drie beschrijvingen gedaan van wat de maan allemaal kan inhouden voor een moslim. En wel deze: a.) dat het groeien van de maansikkel tot een volledig volle maan iets in de trant van krachttoename moet betekenen. b.) dat de maan bij uitstek symbool staat voor gemeenschapszin en geloof van de moslim. c.) dat de halve maan, net zoals het kruis, simpelweg twee werelden vertegenwoordigd op grond van godgeloof.
Mijn bedenkingen bij die frisse start van een boek dat mij wel zint door te spitten en ervan op te steken, welnu:
a.) Het is bezien vanuit de wetenschap dat er een relatie is tussen volle maandagen en eb en vloed van de zee. Bij volle maan schijnt de zee hoger te zijn dan anders. Dit is een natuurverschijnsel dat in deze context inderdaad energetisch is als gevolg van het vissenrijk dat hier kennelijk levendiger van wordt.
b.) De maan is misbruikt door chauvinisme en extremistische nationalisme. Hoewel beide bescheiden aanwezig kunnen zijn, is daar meestal geen sprake van wanneer hardnekkig chauvinistisch en nationalistisch de halve maan gepubliceerd wordt.
c.) De halve maan is in oorsprong, zoals Colin in zijn boek aangeeft, van nut als maanmaandkalender. Echter mis ik in deze inleiding het belangrijkste voor de moslimmens met betrekking tot deze symboliek! Namelijk dat niet zo zeer met de komst van de islam er meteen sprake was van maansymboliek, maar veeleer dat het de jaartelling doet beginnen vanaf de eerste en succesvolle vluchtpoging van Muhamad saws van de stad Mekka naar de stad Medina. De zogeheten hidjra jaartelling. Deze jaartelling begon pas nadat 10 jaar lang in Mekka de Profeet heeft zitten uitnodigen naar het alleenrecht van Allah swt op aanbidding, zonder daaraan deelgenoten toe te kennen, wat de essentie is van het islamgeloof, ja.
“de uitdaging van de islam” door auteur Colin Chapman, vertaald vanuit het Engels door drs. T.C. Yurumez-Kroon, ingeleid door: Herman Takken, verbonden aan stichting evangelie-moslims.nl.
Aangaande Koranvertalingen in het Nederlands is er veel om uit te kiezen, en daar dank en prijs ik Allah swt voor.
Wat betreft de vertaling dat hier het onderwerp is. Dan moeten we terug gaan in de tijd. Het is namelijk zo ver ik weet niet recht te spreken dat een vertaling van de Koran tot stand komt door een student en allemaal onbekende studenten, dat wil zeggen, alleen 1 auteur wordt bij naam genoemd en de rest niet. Studenten wil zeggen, twee of meer.
Dat vele handen licht werk maakt, is geen argument in deze omdat van onbekenden geen kennis genomen mag worden. Denk aan de bekende uitspraak van ibn Sirin, waarin hij zegt dat de Islam uw godsdienst is en dat men daarom moet opletten van wie men zijn godsdienst neemt!
De eerste volledig verzamelde Koran van kaft tot kaft, werd gedaan door de Kalief abu Bakr al-Seddiq. En deze heeft natuurlijk alleen van de Sahaba genomen, ondanks dat we ook hier niet weten wie allemaal. Dit doet mij denken aan de bekende uitspraak van ahl bid3a om de salafee zwart te maken, zeggende: “Zij zijn mannen EN wij zijn mannen!”
De Sahaba zijn inderdaad mannen, maar wel als gemeenschap de beste mannen die ooit uit de mensheid is voortgebracht tot de Dag des Oordeels!
Nu kan men wel beweren, dat de verschillende bronnen voor de samenstelling van de volledige Koran door abu Bakr al-Seddiq radiAllahu ‘anhu; het niet om een vertaling ging. Maar dat is een kul argument die op het eerste gezicht waar lijkt te zijn, maar in feite geen recht doet aan de zuiverheid van de da3wa al-Salafiyyah. Want weet dat men toen geen printers en kopieerapparaten heeft gehad en het daarom altijd handgeschreven is geweest. Met de hand schrijven is ook de interpretatie erin verwikkeld via het Arabisch schrift van de ayaat uit de Koran. Wie met de hand Koran durft te schrijven, wat iedereen zou moeten doen, die schrijft er ook zijn begrip in bij wanneer het gelezen wordt door een ander! De een is alleen wat taalgevoeliger dan de ander. Een levende dode bijvoorbeeld, die zal er niet veel van opsteken op die manier en al zou diegene wel spreuk stijlen kunnen destileren uit een handgeschreven tekst, dan nog.
Kortom het is noodzaak dat er weerstand wordt geboden op het verspreiden van de Islam op de manier van de satan, namelijk anoniem!